de Kadril van Mauzel
Mazenzele (Mauzel voor de inwoners) is een deel van de gemeente Opwijk, sinds de fusie van 1977. Het heeft zijn eigen karakter behouden met als sociaal zwaargewicht “De Gille’ (de Gilde).
Door de Sint-Pietersgilde, boogschuttersgilde van Mazenzele, wordt woensdag 22 juni 1541 – de woensdag na Sinksen – erkend als haar stichtingsdag. Deze aantekening werd gemaakt door Peeter Verhasselt, pastoor te Mazenzele, in zijn ‘Manuaal’.
Een Manuaal is een origineel document, een inkomsten- en uitgavenboek, waarin de Pastoor alles vermeldde wat hij belangrijk vond. Zo noteerde hij een verslag van de bijeenkomst van de Gilde, waarbij hij hoofdman was geworden, na het overlijden van de vorige hoofdman. De functie van hoofdman bestond al, dus ook een Gilde. In 1541 waren ze reeds met 18 of 20 leden. Dat is veel volk op een gemeenschap van 120 mensen.
Ook in dat jaar werd beslist om een nieuwe gildevlag te laten maken als vervanging van de oude. Opnieuw een bewijs dat er al een Gilde moet geweest zijn voor die datum. Trouwens, deze gildevlag uit 1541 wordt nog altijd bewaard door de Gilde.
In 1991 bestond de Gilde 450 jaar en dat wilde men gepast vieren met een groots Gildefeest. De Sint-Pietersgilde, een trouwe aanwezige bij de schietingen in Vlaams-Brabant, kende de gewoontes, en daar hoorden uiteraard dansen bij. Maar helaas, in Mazenzele was er zelf geen kadril bewaard gebleven. Bijgevolg studeerde men de Kadril van Schaffen in. Deze kadril, afkomstig van de gilde van Schaffen, werd aangeleerd door Wim De Coninck en Annemarie De Ridder, beiden woonachtig in Opwijk. Maar hoe fijn het ook was geweest, het was geen “eigen” kadril.
Aan de slag dus…. Annemarie De Ridder kroop in haar pen en creëerde een Kadril van MazeL. Geen sinecure, daar zíj zich tot doel stelde een dans te ontwerpen die én Brabants zou zijn én aan de normen van een oude Vlaamse Kadril zou voldoen.
Weken werd er door de Gilde ijverig geoefend en werd de Kadril hier er daar bijgeschaafd. Het was dan ook met een bang hart dat men Adriaan Claeys, dansleider van de Gilde van Werchter, (en jarenlang medewerker aan de uitgaven van het Vlaams Dansarchief van Schoten) uitnodigde om de dans te komen beoordeIen. De opluchting was enorm toen hij oordeelde dat de nieuw gemaakte kadril voldoende Brabantse kenmerken vertoonde en derhalve paste in de Brabantse kadriltraditie.
De verdienste van de maakster wordt zeker benadrukt als we weten dat ook de muziek van de eerste figuur gedeeltelijk en van de tweede en derde figuur volledig door haar geschreven werd. Een deel van de eerste figuur is een oud volkslied en voor de vierde figuur deed zij beroep op het GildeIied van de Sint Pietersgilde. De dans mag dan ook gezien en gehoord worden, en is de Gilde waardig.
Op de Gildefeesten van 7 en 8 juni 1992 werd hij voor de eerste keer uitgevoerd.
Aangezien het een nieuwe dans is en bovendien eigendom van de Sint Pietersgilde van Mazenzele, werd een veiligheid ingebouwd. Zo mocht deze dans gedurende één jaar na de eerste uitvoering (1992) niet verder doorgegeven worden aan andere Gilden. Zowel de Gilde als de maakster moesten akkoord zijn als de dans na dat jaar verder zou worden doorgegeven buiten de Gilde van Mazenzele, de Gilde van Tongerlo en de VVKB-groeperingen, dit om alle verkeerd gebruik en uitvoering van de dans tegen te gaan.
Het is met grote trots dat wij van hen de toelating kregen om van deze Kadril én de beschrijving én de muziek te mogen publiceren.
Op de website van Sint-Pietersgilde vind je nog heel veel informatie over hun geschiedenis en hun werking (www.sintpietersgilde.be).
We bedanken Hugo Bulterijst voor zijn info over deze Kadril. Het was een welkome aanvulling op alle info die we kregen.
Ook nog een welgemeend woordje van dank aan Annemarie De Ridder voor haar dans- en muziekbeschrijving. Ook de achtergrondinformatie en de tekst hebben ons erg geholpen om dit hier allemaal neer te schrijven.
We laten haar nog even aan het woord:
“Mijn tante Jeanne (de Ridder) zaliger was afkomstig van het gehucht Droeshout, dat op een paar honderd meter van Mazenzele ligt. Als er met ‘Sinksen’ schieting was, ging al het jonge volk te voet van Droeshout daar naartoe. (tante Jeanne was geboren in 1920).
Ze kenden allen het lied van de Mazelse gilde en de gebruiken daarrond. Terwijl er luidkeels maar niet altijd even zuiver gezongen werd, sloeg de tamboer de trom en werd er door de omstaande boeren op ritme met de klompen of blokken gestampt (het zogenaamde “kloeffenstampen”).
Het is een leuk idee om bij de dansers de rustende rijen die rol te laten overnemen indien gedanst wordt op 4 rijen.
Indien op twee rijen: de omstaanders moeten ook iets doen. Ze mogen stampen!
Maar enkel bij het zingen van het refrein:
EN en SPAART er ONze TROMmel EN ons VAAN-DEL NIET (= 8x stampen)
LA-AT ze RON-KEN, LA-AT ze ZWAA-IEN (8 x stampen)
SPA-ART ze NIET, EN SPA-ART ZE-EE NIE-IE-IET (11x stampen + rust)
Het Gildelied van Mazel
Ik heb altijd, van jongs af aan
In ons klein Mazel een wip zien staan
Waar bij de koningsvogel schieten.
Wij laten het ons niet verdrieten,
Al om te zien wie koning is (2x)
Refrein: En en spaart er onze trommel en ons vaandel niet
Laat ze ronken, laat ze zwaaien
Spaart ze niet, en spaart ze niet
Wij mikken steeds naar ’t hoogste doel
En dragen diep in ons ’t gevoel
Van sterk geloof en fier belijden
Zoals het was in oude tijden:
Getrouw aan altaar en aan aard (2x)
Refrein
Koning, hoofdman weest nu verblijdt
Toont nu maar uw standvastigheid
Wij zullen van elkaar niet scheiden
Voordat we naar de eeuwigheid reizen
Dan dragen we elkaar naar ’t graf (2x)
Refrein
Roep nu maar van de sociëteit:
Wij blijven één nu en altijd
And’ren hebben adieu gezeid
Wij zeggen spijt voor wie ’t benijdt
Want als de Gilde viert haar feest
Dan is er altijd vreugd geweest (2x)
Refrein
Ook de vrouwkens zijn er weer bij
En stappen op al in de rij
De Gilde viert maar eens ten jare,
Laat ons dus dansen al te gare.
Dat vreugde strale uit ons Gild,
Zo hebben d’ouderen het steeds gewild.
Refrein
Reactie plaatsen
Reacties